Bouwe Elingstege
In de Volksmond ‘Keakelstege’
Rond 1800 woonde hier een Timmerman met de naam Bouwe Eling, die in 1811 de achternaam van Lingsma aanneemt. De Akkrumers verhaspelden de naam tot Boujillingsteech, maar gebruikten meest de naam “Keakelsteech”, omdat de roddels en ruzies, vaak aan de orde waren. Dat was geen wonder, want de behuizing was slecht en zeer gehorig. Het waren meest éénkamerwoningen met een PANSTRUTSEN dak en bovendien woonden er vrij grote huishoudingen. Zodoende. Toen in het laatst fan de 40er jaren de minister op uitnodiging van de gemeenteraad ons dorp bezocht, heeft voornamelijk de armoedige Keakelstege de doorslag gegeven voor het besluit, Akkrum subsidie te geven voor de dorpssanering. Daarna is men begonnen met it opruimen van de krotten en verdwenen daarmee ook de stegen. (Uit ‘Toponymy fan Akkrum en Nes‘ fan Merten Bakker. 1982).
Onderstaand overzicht van en over de bewoners van de Bouwe Elingstege (in de volksmond ‘Keakelstege) komt van oud bewoner Wiebe Lageveen die er heeft gewoond
“De z.g. “Keakelstege” had een U-vorm. De steeg begon tussen de panden van Stapert, later Westerlaan en Wiersma en eindigde achter het pand van kapper Haaijes/ Bos. Het begin van de steeg was smal maar werd, na het pand van Stapert, ongeveer 1,25 tot 1,50 mtr. breder. Ik begin met de linkerkant te benoemen. Na de verbreding was er een muur als afscheiding met de tuin van Wiersma, daarna kwamen er een vijftal woningen. In de 1e woning woonde de familie J. Buis. De heer Buis was een ambulante schoenlapper. Hij bezocht de klanten thuis en nam reparatie mee naar huis. De 2e woning werd bewoond door een familie Kalsbeek. Van die familie weet ik verder niets. In de 3e woning woonde de familie Meester, Anne, Rigt en kind(eren). Meester werkte bij NS, Ik meende als wegwerker maar hij kan ook brugwachter zijn geweest op de Deelsbrug. In de 4e woning woonde een bejaarde mevrouw, we noemden haar beppe Tryntsje. Was een aardig “mensje”. Een saillant detail van Beppe Tryntsje was het feit dat wanneer zij naar het toilet ging, en haar toilet was buiten en de deuropening daarvan was naar de steeg, zij altijd de deur, tijdens het bezoek aan het toilet, open had staan. Vonden wij bijzonder natuurlijk. In de 5e en laatste woning voor de Boorn, woonde Lieuwe v.d. Laan. Bekend van o.a. uitbater Singerwinkel en dorpsomroeper. Ik ga nu terug naar waar de steeg zich verbreedde en vermeldt nu de rechterzijde, eveneens tot aan de Boarn. Het begon met een pakhuis c.q. opslagplaats waar o.a. petroleum te koop werd aangeboden. Vervolgens weer een 5-tal woningen tot aan de Boorn met na de 4e woning een klein stukje grasvelden een opslagplaats. In de 1e woning woonde de familie v.d. Ploeg, met kinderen. De familie v.d. Ploeg is in 1952 of 1953 geemigreerd naar Amerika. De 2e woning werd bewoond door een bejaarde mevrouw, zij heette Jeltje Stoker en zij verkocht, vanuit eerder genoemd pakhuis o.a. petroleum. In de 3e woning woonde ook een bejaarde mevrouw, zij heette Akke Steegstra. Verder zijn mij geen gegevens over haar bekend. De 4e woning, bewoond door de famile de Vries, Ele, Janke met kinderen. Janke haar meisjesnaam was Stuver of Stuiver. Later verhuisde de familie naar de steeg tussen Pier de Vries en Tulner. Volgens mij werkte Ele bij de FCE. Dan kwam het stukje grasveld, met een kleine opslag, die in gebruik was bij Lieuwe v.d. Laan. De 5e woning, grenzend aan een kant aan de Boorn, werd bewoond door de familie v.d. Woude, Ultsje en Tryn, een bejaard echtpaar. Wat ik mij herinner is dat Ultsje, als er dansen was bij Meine Pasma, hij de fietsenstalling bewaakte. Bij het echtpaar woonde in de (gescheiden) dochter Elly met 2 kinderen. De kinderen heten Tienke en Rudy Zoetendal. Wat ik me kan herinneren van Elly is dat ze enigszins mank liep. Volgens mij is Elly later, en ik denk met haar kinderen, verhuisd naar Trigreppel of Boerepad.De woning waar de familie v.d. Woude in woonde kende 2 ingangen, de ene aan de kant van de steeg en de andere aan de kant van de Boorn. M.i. was de laatste de keukeningang. We zijn dan aan de waterkant gekomen en het pad gaat dan naar rechts. Naast de woning van v.d. Woude, de kant van het water, is nog een woning en daarin woont de familie Bosma, Jouke en Griet, geen inwonende kinderen. In mijn belevenis runde Jouke samen met zijn broer Evert een eigen onderneming. Ik weet dat ze in de zomer actief waren met afbreek/sloopwerkzaamheden en dat ze zich in de herfst bezig hielden met schoonmaken van sloten langs de spoorbaan. Het pad gaat dan rechtsaf en wordt weer steeg, die zoals ik eerder vermelde “doodloopt”. De woning van Bosma kent ook 2 ingangen, de ene aan de waterkant, de woonkamer en in de steeg een ingang naar een zogenaamd achterhuis. (Nr. C 92).
In het achterhuis bevond zich een aardige ruimte met o.a. een flinke werkbank. In de woning, achter die van Bosma, woonde een bejaard echtpaar. Wij noemden hem buurman Berend. Hij had een Duitse vrouw, die gebrekkig Nederlands sprak. De woning waar ik hierover spreek werd door Berend en zijn vrouw alleen gebruikt als dagverblijf. Vroeg in de avond gingen ze naar hun nachtverblijf, dat was in de laatste woning van de steeg, tegen het pand van de kapper. En in de morgen vond het omgekeerde plaats. Een bijzondere toestand eigenlijk. Dat vind ik nu, want toen stonden wij daar niet bij stil. Wel een leuke anekdote over Buurman Berend. In september 1945, in het kader van de geldzuivering na de oorlog, kon ieder hoofd van de bevolking, 10 gulden aan oud geld omwisselen tegen een zelfde bedrag in nieuwe muntbiljetten van 1 en 2,5 gulden. Buurman Berend zou mijn moeder en al haar kinderen, toen 4, elk tien gulden hebben gegeven, tbv. het inwisselen. Kennelijk bezat hij (zwart) geld, immers als je aan kon aantonen waar het geld vandaan kwam, dan kon je het omzetten van chartaal in giraal. Hoeveel mijn moeder voor die “truc“ heeft gekregen is mij niet bekend. De volgende woning, toen bekend als Akkrum C98, werd bewoond door de familie Lageveen, Harmen en Antje (Anne), meisjesnaam Krist. Ja deze woning ken ik zeer goed, heb daar zelf gewoond. Harmen en Antje, mijn ouders dus, kwamen daar op 12 mei 1941 (Alde Maaie) te wonen, zij kwamen van Oude Schouw, waar ik ben geboren. Mijn vader werkte daar bij Koopmans. Op dat moment waren er 4 kinderen, de oudste was Hendrik, daarna kwam Martha, dan Griet(je) en Wiebe (ikzelf). De woning was groot, niet zozeer in de breedte maar wel in de hoogte. Het kende 3 verdiepingen. Beneden een woonkamer, daarachter een ruimte ingericht als keuken, en er was daar een toilet. Dan een trap naar de 2e verdieping, welke uitkwam op een overloop(je), daar vandaan kon je naar de 3e etage, via een losse ladder. Op het bovenste gedeelte stonden 2-tweepersoons bedden. Het daglicht kwam via een klein dakraam. Op de 2e etage bevond zich een woonkamer en een slaapkamer. Een ruime woning dus. Aan het eind van de oorlog is die etage nog in gebruik geweest bij evacuees. Dat was de familie De Boer uit IJmuiden, een echtpaar en een dochter. In 1943 volgt een tragische gebeurtenis, Harmen Lageveen, mijn vader, overlijdt op 10 mei van dat jaar. Moeder Lageveen blijft achter met 4 kinderen, waarvan de oudste dan 14 jaar is en de jongste (ikzelf) 3 jaar. Het moeten zware tijden zijn geweest voor gezin Lageveen. Hendrik, de oudste, moest al op jonge leeftijd gaan werken. Zelf herinner ik mij daar eigenlijk niets van. Na enkele jaren krijgt Anne een nieuwe levenspartner, hij heette Siete Krist. Samen krijgen zij een zoon, mijn halfbroer, Siete Krist. Zelf heb ik daar gewoond van 1941 tot 1945. Na de bevrijding ben ik vanwege gezondheidsklachten naar mijn grootouders, van moeders kant, in Oudehorne, gegaan. Dit zou 6 weken duren maar het werden er 6 jaren. In december 1951 ben ik terug gekomen naar Akkrum. Op 1 juli 1952 zijn we verhuisd naar de woning van de eerder genoemde Jouke Bosma, aan het water dus. Na deze woning (C98) komt een pad, zijnde de achteringang van de woning van Ele/Janke de Vries. Dan volgt er een grasveldje, bleekje noemde we het, achter de woning van Akke Steegstra. Daarnaast een bleekje achter de woning van Jeltje Stoker en vervolgens een pad naar achteringang woning familie v.d. Ploeg.We zijn nu bijna aan het einde van het doodlopend gedeelte. Er staat nog 1 woning, deze werd gebruikt als nachtverblijf van de eerder genoemde buurman Berend en zijn Duitse echtgenote.
Tot zover mijn herinneringen, aanvullingen en correcties zie ik met belangstelling tegemoet. Hoe de naam De Keakelstege is ontstaan is mij niet bekend. Er woonden toch zeker tussen de 40 en 45 personen. En de bewoners waren zeker gemêleerd. Voor mij had de Keakelstege altijd iets negatiefs, althans wat ik hoorde via derden maar het hoe en waarom, ik weet het niet. Misschien kan iemand anders het vertellen, wie weet!” (Oud bewoner Wiebe Lageveen).
Akkrum: Ong. 1933. De familie Bosma woonde aan het eind van de B.E stege, vlakbij de Boarn. Vlnr voor: Sjouke, Minke (Postma), Pieter, Pake Roel Bosma, Grietje, Mientje geb Wijkstra, Jantje (Oost); achter: Eise, Reitze, Evert, Jouke. Wie is de man die uit het raam kijkt? (Foto: © Roel Bijlsma)
Wiebe Lageveen:
Deze foto (links) dateert van begin/midden jaren vijftig vorig eeuw. Links het gebouw aan de Boarn, daar kon je komen door de Tulner-steeg. In dat gebouw werd (Christelijk) jeugdwerk bedreven.
Daarnaast het huis van Jouke/Griet Bosma. Ik heb daar gewoond van 1952 tot 1957. Vervolgens het huis van Uilsje/Tryn van der Woude. Dat stukje voor de 2 huizen was het dwarsgedeelte van de Bouwe Elingsteeg- (Keakelstege).
Afbeelding boven: Oude huisnummering van B.E. stege en omgeving van voor 1956.
Heeft U nog vragen, op- of aanmerkingen over dit onderwerp, of een ander onderwerp of heeft u nog iets dat u met ons wilt delen. Wij horen het graag. Alvast bedankt.
Spreekt ons werk u aan, en wilt u ons ondersteunen? Donateur worden kunt al vanaf €8,50 per jaar. Zo kunnen wij ons ‘werk’ blijven doen en kunnen andere bezoekers er ook weer van genieten. Wij horen het graag. Alvast bedankt.