Boerestege
Links en rechts de plattegrond van de Boerestege. Rechts met bebouwing.
Met de Boerestege zijn we beland tbij het oudste stukje fan het dorp. De steeg loopt van de Dringelstrjitte naar de Trigreppel en was in het verleden eigendom en in onderhoud bij de kerk. De boeren konden over it Set” in de polder komen, alwaar ook de Pastorielanden en “Buerefienne” lagen. In 1688 als de Trigreppel wordt gebaggerd, schrijft de schoolmeester Isaack Tiberri, die de belasting opmaakt, al Boerefenne”. Maar in 1733, als het weer aan het baggeren toe is, gebruikt de man weer “Buurefenne” en Buurzet”. De naam Boerestege heeft zonder mis met de eerdere Buerefenne” te maken en hangt samen met de Buorren”. (Uit ”Topnymy fan Akkrum en Nes” van Merten Bakker.1982″).”
De Boerestege loopt van de Dringelstrjitte tot het bruggetje over de Trigreppel. Er staan maar enkele woningen aan één kant van de Boerestege. Aan de andere kant staat de zijgevel van de Lantearne en een hok dat aan de tuin fan de Lantearne grenst. Veel matiaal is er dan ook niet van dit korte steegje.
De Armhuizen,
Deze armhuizen zullen rond 1800 hier gebouwd zijn. Voor die tijd hebben we geen bewoning op deze plek kunnen vinden en uit de plattegrond van 1830 is op te maken, dat rond het hele blok een weg liep, zoals dat ook nu (1982?) nog bestaat. De indeling was toen echter anders dan later. De eerste helft naast de Boerensteeg bestond uit één stuk; de andere helft was dwars over in tweeën verdeeld. Onder nr. 141 is het hele blok in 1813 genoteerd als eigendom van “ Het dorp Akkrum ”.
Aan het 1851 had elk dorp in de gemeente, voor zover de diaconieën van de kerken daar niet voor zorgen, de zorg voor de eigen armen en wij denken, dat in de Franse tijd naar 1800 armoede troef was, door de gemeenschap, genoemd als, “ het dorp Akkrum ” hier dit blok is gezet.
Op de alfabetische lyst van eigenaren waar men in de Franse tijd is begonnen als grondslag voor het kadaster staat nr. 1: Arjen Gerrits v.d. Akker en nr. 1 a Dorp Akkrum, waar we menen op kunnen maken, dat de bijvoeging “ a ” erop wijst, dat deze huizen naderhand, dus bv. even na 1800 hier zijn gebouwd en dat de Trigreppel al voor die tijd is gebouwd. Je vond het hier vast een geschikte plaats voor de armhuizen. In 1830 staat dus het dorp Akkrum als eigenaresse voor Kad. nr. 592 “ huis en erve met schuur ’ aan de Boerensteeg, nr. 591 idem aan de Trigreppelswal en nr. 592 idem achter de beide voorgaande aan de dwarssteeg. Wie er woonden, is niet aangegeven. In 1860 blijken er 6 bewoners te zijn in de nr. 141 aan het 141e. Er is toen van de drie een blok van 6 gemaakt. Onze lijst van vertimmeringen, afbraak of nieuwbouw loopt van 1844 aan het 1911 en omdat deze verandering daarop niet voorkomt, zal dit voor 1844 gebeurd zijn.
We zullen de 6 bewoners van 1860 maar niet opnoemen, maar beginnen met 1884, omdat daar een paar bekende namen bij voorkomen. Op 141 woonde Maria de Groot, bekend als de Weesmoeder. Ze zorgde voor onderdak en opvoeding van ouderloze kinderen, natuurlijk met steun van de diaconie en de gemeente (dorp Akkrum) Op 141 a Widdo Kl. Knypstra, 141 b Widdo Jelle de Vries, 141 c. E. Dijksta en D. de Graaf, later D. de Graaf en Widdo E. Hottinga, 141 d. M. Akkerman mag later D. de Graaf, en 141e. Widdo A. Krot. D. de Graaf droeg de bijnaam Douwe de Beer en Widdo Hottinga was beter bekend als Grutte Bet. Over die twee zijn heel wat anekdotes door Durk Bakker in zijn ” jeugdherinneringen ” voor het nageslacht bewaard. Wij mogen uit die geschiedenissen ook opmaken, dat almaar deze armhuizen er ook als zodanig uitzagen; ze waren zwart opgeteerd en zullen er in de loop der jaren niet beter op geworden zijn.
Hoewel we er niets van hebben kunnen vinden, met worden aangenomen, dat de huizen later, misschien tussen 1880 en 1890 opgeknapt en zelfs geheel afgebroken en opgebouwd zijn; het kan ook in voorgaande jaren gebeurd zijn. ( een kadasterkaartje van 1895 laat zien, dat het hele blok in 1894 vervangen is door nibouw. De kant van het terrein van de Bewarschool is afgesloten met een schutting. JC.) Het zou interessant zijn om al de mutaties in de bewoning door te geven, maar er zijn teveel en daarom bepalen wij ons tot 1905, een jaar uit onze jongenstijd: 143: Fokke Lingsma (Fokke Pif ), 144: Widdo Ale Boetje (Petrolie Tryntsje), 145: Widdo Tj. De Jong (Anke Scheepvaart), 146: Heinrich v.d. Vegte, 147; Lammert de Boer en 148; Widdo F. Kuipers (Grietje Eisinga). In het hoekhuis van V.d. Vegte hebben we later Widdo v.d. Leen (oude Doutsje) nog gekund.
In 1957 zijn de huizen groter gemaakt, d.w.s. van de zes huizen zijn twee gemaakt, waarbij de westelijke voor de helft zijn afgebroken, zodat er ook wat erf ontstond. Aan de Dwêrsstege woont nu Widdo Tymen de Groot (Tymens-Gryt) en als ik me niet vergis aan de Trigreppelkant Siete Krist. De A.O.W. heeft er het zijne aan gedaan, dat door armlestigen vrijwel geen sprake meer is. Het ‘ oud en arm ‘ heeft afgedaan en hoewel de naam ‘ armhuizen ‘ bij enkele mensen bestaan, in de praktijk is daar als zodanig geen sprake meer van. Trouwens, de huizen zijn goed bewoonbaar gemaakt, tenminste als je ze vergelijkt met die van vroeger, toen Douwe de Beer en Grote Bet daar nog woonden. (bijlage: bij het nalezen moet opgemerkt worden, dat het blok van 6 armhuizen van vroeger, in ca. 1980 in zijn geheel is aangekocht door Wietse de Vos, die het geheel (vooral het interieur) heeft gerestaureerd en er een nette woning van heeft gemaakt). (Opgemaakt door Merten Bakker).
Heeft U nog vragen, op- of aanmerkingen over dit onderwerp, of een ander onderwerp of heeft u nog iets dat u met ons wilt delen. Wij horen het graag. Alvast bedankt.
Spreekt ons werk u aan, en wilt u ons ondersteunen? Donateur worden kunt al vanaf €8,50 per jaar. Zo kunnen wij ons ‘werk’ blijven doen en kunnen andere bezoekers er ook weer van genieten. Wij horen het graag. Alvast bedankt.